Mozarabische, Lombardische en Acheter un appartement en Espagne
Romaanse bouwstijl.
Mozarabische, Lombardische en Immobilier espagne
Romaanse bouwstijl.
Mozarabische, Lombardische en Spaans
Romaanse bouwstijl.
Islamitische overheersing van Spanje
Gedurende 7 eeuwen bezetten de Arabieren Spanje. In het jaar '714', drie jaar na de invasie in Zuid-Spanje kwamen de Arabieren aan te Zaragoza. Deze mensen met lichtbruine tot zwarte huidskleur, afkomstig uit Noordwest-Afrika, werden door de Spanjaarden Moren genoemd. Ze overheerstten de vallei van de Ebro in 718, maar geraakten slechts een 100 km verder noordwaarts. In Noord-Spanje konden zich enkele christelijke staatjes handhaven: Navarra, Noord-Aragón en Catalonië. Tussen deze staatjes en het Moorse gebied lag een dunbevolkt niemandsland. De streek rond de vakantiehuizen vormde de grenszone. 400 jaar later werden de Moren terug uit Zaragoza verdreven door de Christenen (in 1118). De Islamitische bezetting hielt langst stand in Granada in Zuid-Spanje met 781 jaar soevereiniteit en verdrijving in 1492.
In veel dorpen wordt de overwinning van de Christenen op de Moren nog nagespeeld.
De Romaanse bouwkunst
'Romaans' is de eerste grote stijl in de Westeuropese middeleeuwse kunst en is gesitueerd rond de jaren 1000 tot 1200. Het grote rijk van Karel de Grootte verbrokkelde in veel kleine gebieden. Maar boven alle twisten en het geharrewar om grenzen en privileges zorgde het Christendom via de Benedictijnen kloosters voor eenheid. Deze kloosters hadden uniforme orderegels en waren de grote leermeester voor bouwlieden over de grenzen heen. Voor het eerst ontstaat de behoefte om volledig stenen kerken te bouwen. Dit is niet vanzelfsprekend en zeker niet voor het overwelven van muren. De platte grond was een latijns kruis, een hoofdbeuk al of niet met zijbeuken en dwarsschip. De ingang was steeds west georiënteerd. Op de kruising (viering) van langsschip en dwarsschip werd vaak een toren of koepel geplaatst. Het koor mondde uit in een halfronde absis. Het westen, waar de zon ondergaat, moest een stevig bolwerk zijn om duistere demonen tegen te houden. Men flankeerde vaak de westgevel met 2 torens die de namen droegen van de aartsengelen Michaël en Gabriël.
Mozarabische stijl
In Noordwest-Spanje (Asturië) verrees de mozarabische stijl als mengvorm met vroeg-romaanse en Moorse elementen. Deze kerken waren aan de buitenkant sober, maar hadden een fraai interieur met veel oosterse kenmerken. Het belangrijkste Mozarabische stijl-kenmerk is de hoefijzerboog. De Moorse hoefijzerboog ontstond daar Arabische bouwmeesters aanvankelijk de rondboog en het kapiteel als één ding behandelden.
Hoefijzerboog op het 1e verdiep van het klooster van San Juan de Peña (nabij Jaca).
Vroeg-romaanse stijl of Lombardische stijl
Rond 950 verschijnen in Noord-Italië, gevolgd door Catalonië en het noordoosten van Aragón, vernieuwde constructies, gemetseld met natuursteenblokken die langs de buitenzijde min of meer rechthoekig gekapt zijn (zoals bakstenen) en kalkmortel.
Catalonië had een sterke zeemacht en had goede contacten met Noord-Italië (Lombardije) . In het begin van de 11e eeuw verspreidde de Lombardische stijl zich in nog geen 25 jaar in een groot deel van Catalonië en een groot deel van het toenmalige Aragón (het huidige Ribagorza en Sorbrarbe). De gewone muren werden door plaatselijke metselaars gebouwd, terwijl de nieuwe technieken door werkploegen van steenkappers en bouwmeesters uit Lombardije werden uitgevoerd. Deze eenvoudige kerken zouden spoedig de complexere mozarabische verdringen.
Linksonder: toegangsdeur toren van Abizanda.
Kenmerkend zijn eenvoudige buitendecoraties in het metselwerk: lisenen (muurdammen - Fr.: bandes lombardes) en blinde rondboogfriezen. Andere typische kenmerken:
- rondbogen die een natuurstenen latei ontlasten
- tweelingvensters met twee of drie rondbogen en in het midden een centrale kolom
- vrijstaande klokketorens.
In de omgeving van de vakantiewoningen worden enkele bouwwerken in deze stijl onderscheiden: het klooster van Obarra (ca. 50 km), de torens van Fantova en Abizanda.
Fragment van de absis van de Kathedraal van Roda de Isábena.
Het klooster van Obarra, vlakbij de mooie kloof van Obarra, (40 km van de vakantiehuizen) is een gekend voorbeeld van de zuiverste Lombardische stijl.
Het koninkrijk Aragón (824-1516)
Omstreeks 824 ontstond rond de stad Jaca het graafschap Aragón. Aanvankelijk was het ondergeschikt aan het Koninkrijk Navarra, maar in 1035 werd het onafhankelijk met als eerste koning Ramiro I. Tijdens de Reconquista (de ganse periode van de herovering van het Spaanse schiereiland op de Mohammedanen) breidde het koninkrijk Aragón zich voortdurend zuidwaarts uit. In 1118 werd Zaragoza heroverd en werd het de hoofdstad van Aragón. In de daaropvolgende eeuwen wisten de koningen van Aragón door verovering of huwelijken een groot deel van Oost-Spanje en het Middelandse Zeegebied onder hun beheer te krijgen, waaronder Valencia, Catalonië, Corsica en Sicilië.
Spaanse Romaanse stijl
De periode rond de reconquista was een zeer woelige periode. In de loop van de 11e eeuw schieten de Romaanse bouwwerken als paddestoelen uit de grond in de Christelijke en veroverde gebieden. Hier gaat het om kastelen, kathedralen, kerken, kloosters en kapellen. Er is haast geen enkel dorp waar geen Romaans bouwwerk te vinden is. In Spanje zouden rijke en plechtige kerken, die in andere centra van Europa de immense macht van de kerk en de feodale adel symboliseerden, niet veel worden gebouwd. Hier triomfeerde meer de kleinere parochiale kerk ten dienste van kleine gemeenschappen. De verspreiding gebeurde in de eerste plaats langs de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela (de Jacobijnse route).
Jaca, de hoofdstad van het nieuwe koninkrijk Aragón, was een strategische plaats langs deze route. De bedevaarders kwamen vanuit Frankrijk door de Pyreneeën via Somport, nabij Candanchú (waar nu een ski-oord is). Rond 1050 werd in Jaca de eerste romaanse Kathedraal van Spanje gebouwd, die als basisvoorbeeld zou dienen voor veel romaanse bouwwerken.
Het romaanse beeldhouwwerk
De romaanse beeldhouwkunst diende in de eerste plaats om de ongeletterde gelovigen te onderrichten. Het godsbeeld van 1000 jaar geleden is streng en vreesaanjagend. Realistische voorstelling van mens en dier is van geen belang, expressie is de hoofdzaak. Mensen hebben ronde koppen, een hoog voorhoofd, ronde ogen, korte armen, een kort bovenlichaam, enz. ... Deugden en ondeugden werden door gefantaseerde of bestaande beesten voorgesteld (diersymboliek): draken, griffioenen, demonen, beren, slangen, ... . Bijvoorbeeld: de centaur (leeuw met mensenkop) was onbetrouwbaar, vanwege de dubbele natuur (half mens, half dier), maar symboleerde ook kracht en waakzaamheid.
Het beeldhouwwerk is veelal in reliëf en is te zien op de kapitelen van de zuilen en in het timpaan van het kerkportaal. Het kerkportaal kreeg een volledige omlijsting, in de dikke wand uitgespaard. In de dagkanten werden zuilen ingewerkt. De zuilen werden geleidelijk behandeld als beeldhouwwerk (zuilbeelden). Elk tympaan beeldt één thema uit, vaak elementen uit het oude testament verweven met elementen van het nieuwe testament als het laatste oordeel, hemelvaart of pinksteren.
De prachtige kloof van Olvena.
|