Breng een vrij bezoek aan LABITOLOSA, 2100 jaar oude Romeinse hoofdstad van de centrale Pyreneeën.
Op
2 km van de vakantiewoningen en het dorp La
Puebla de Castro treft men een recente archeologische site
(1991) aan met resten van de Romeinse stad 'LABITOLOSA'.
De resten strekken zich uit over bijna 12 hectaren langs de zuidkant van een kalksteenheuveltje, genaamd 'calvarieberg' (Sp.: Cerro Calvario) met een hoogte van 633 m hoog.
Tot
op heden is slechts een klein deel van de stad blootgelegd. Het plannetje
hierboven toont de aardeweg vanaf La Puebla de Castro waarlangs men kan
wandelen. Men ziet:
- een deel van het forum
- CURIE: een nu beschermd gebouw van 18 op 11 m dat het
forum omrandt.
- THERMEN I(een nu beschermd badhuis)
- thermen II
(badhuis)
- domus (romeins woonhuis)
- een nieuwe ontgraving is aan de gang bovenop de calvarieberg.
Meest interessant zijn de resten van de zeer goed bewaarde CURIE en het BADHUIS 1.
Labitolosa
was de hoofdstad van een Romeins gebied van ca. 5000 km² tot tegen
het Franse Montréjeau (Saint-Bertrand-de-Comminges
aan de Garonne, Franse Pyreneeën).
Door de
heuvel, zijn helling en de kalksteenrotsen, is een groot deel van de stad goed geconserveerd
en gemakkelijk te ontgraven. De stadsdelen aan de buitenzijden zijn
minder geconserveerd en hebben te lijden gehad onder de huidig aanwezige
landbouw terrassen.
CURIE.
29 maart 2010 — Virtuele reconstructiefilm van de Curie.
Het
meest interessante bouwwerk is de curie van 18,3 x 11
m. Het is op heden het best bewaarde van Hispanië (Hispanië is de naam van het Iberisch schiereiland zoals de Romeinen het noemden). In Rome was de curie het publieke gebouw waar de Romeinse senaat vergaderde, in Labitolosa de raad van bestuur van de stad. Er is een inkomshal (vestíbulo) en een grote zaal (aula).
De aula is zeer goed bewaard: de vloer is in rose mortel (opus signinum)
en de wanden zijn gepleisterd en versierd met schilderijen. Onder meer
in de goed bewaarde voetsokkels treft men tekstinscripties aan van stadsnotabelen.
Zo weet men ook dat de stadsnaam feitelijk 'Labitulosa' is en dat de
stad werd gebouwd door 'Marcus Clodius Flaccus', een Romeinse heer en volkstribuun van de soldaten van het legioen IV Flavia. Hij was tevens magistraat, priester en de grote weldoener van de stad. De muren zijn opgebouwd in opus caementicium.
Badhuis I (thermen I).
Publieke baden hadden niet enkel hygiënische doeleinden, maar waren ook een plaats van verstrooiing. Ze telden 3 vertrekken na elkaar: de koude, lauwe en warme zaal.
Het FRIGIDARIUM of de 'koude zaal' deed deels dienst als vestiaire met legplanken voor de kledij en had ook een bad van iets meer dan 1m, met 2 treden en koud water. Boven het bad was een grote schelp in witte stuc. Het frigidarium was 10 x 7,8 m met een gedecoreerde vloer in eenvoudig 'opus spicatum' (visgraadmotief in gebakken aarde elementjes). De muren waren bekleed met witte hydraulische mortel, zonder geschilderde decoraties.
Achter de koude zaal was het TIPEDARIUM of de lauwe zaal. Dit was een eenvoudige rechthoekige ruimte zonder bad. De vloeren en wanden werden mee verwarmd met de warme lucht van de stookruimte eronder. Deze ruimte moest het lichaam laten klimatiseren en laten wennen aan de warmte.
De laatste zaal was de warme zaal, de cella SOLIARIS of het caldarium. Hier bevond zich het bad met warm water, precies boven de stookruimte. Dit bad was 5,5 x 1,5m. Aan de zuidzijde was een halfronde absis van 4m waarin een bron stond om zich te verfrissen.
Meest interessant is het goed bewaarde ondergrondse verwarmingssysteem (hypocaustum) op basis van warme lucht. De lucht werd verwarmd in een oven (praefornium) en circuleerde zowel door de ondergrondse ruimte om de vloer te verwarmen, als door de wandkanalen om de muren te verwarmen. De ondergrondse ruimte moest tevens de vloer erboven ondersteunen, wat men deed met vierkante kolommen uit baksteen. Het is het meest complete van gans Aragón. Om ook het zware gewicht van het bad met warm water te ondersteunen, werd gewerkt met baksteenbogen om het gewicht te verdelen. De wandkanalen bestaan uit in de zandsteen uitgekapte kanalen, afgesloten met keramische platen, vastgezet in 2 sponningen.
Aan de buitenkant was er ook nog een terras (solarium), dat nu niet meer is te zien.
Pilaren van baksteen en zandsteen met vloer.
Warme lucht door de wandkanalen.
Badhuis II (thermen II).
Hier treft men ook de zalen met koud water (frigidarium), lauw water (tepidarium) en warm water (cella soliaris) aan. Zoals in de Thermen I dient ook hier de oven (praefurnium) om de lucht te verwarmen die door het hypocaustum circuleert. De leidingen en kamers van dit verwarmingssysteem liggen onder de verwarmde vertrekken, waarvan de vloeren steunen op een net van kleine pilaren, afwisselend in baksteen en zandsteen.
Romeinse archeologie.
Virtuele videoreproductie van de Romeinse thermen I en II van Labitolosa. Gemaakt door de universiteit van Zaragoza, in samenwerking met 'el Grupo de Informática Gráfica Avanzada'. (ref. YouTube).
In veel Spaanse steden blijven herinneringen zichtbaar van een ooit Romeinse overheersing:
Zaragoza (Caesar Augusta), Tarragona (Tarraco), Jaca (Iacca), Huesca (Osca),
Monzón (Tolovs), enz. ... . In bijna alle gevallen zijn de oude
Romeinse steden overbouwd door de huidige, waardoor archeologie uit de
Romeinse periode moeilijk wordt.
De
open ligging van Labitolosa is daarom uniek en representatief
voor de ganse Spaanse Pyreneeën. Bovendien bieden de talloze en zeer goed bewaard gebleven inscripties (in
natuursteen gegrifte teksten), een hoop informatie over de inwoners en
hun leefwereld ca. 2000 jaar terug.
Tussen
Huesca en Tarragona liep een heirweg. Men vermoedt dat vanaf Labitolosa
een verbindingsweg liep die in Monzón (Tolovs) de heirweg vervoegde.
Tot
1991 kende men enkel de naam 'Labitolosa' van een terplaatse gevonden
inscriptie in de 16e eeuw en een schriftelijke vermelding (uit de 6e
eeuw) over 'Terra Labetolosana'.
De
ter plaatse gevonden inscriptie verraadde de feitelijke locatie, waar
men voor het eerst opgravingen heeft gestart in 1991. De opgravingen
gebeuren door een team archeologen afkomstig uit Zaragosa, Toulouse
en Bordeaux.
De
stad Labitolosa kende een intensief, maar slechts kortstondig bestaan van ca. 350 jaar. De opbouw
begon rond de 1e eeuw vóór Christus. In de Augusteïsche periode (ca.
30 v.C.14 n.C) werd het forum gebouwd met Romeinse woonhuizen
(domus). De grotere publieke gebouwen, o.a. de washuizen (thermen) volgden
eind 1e, begin 2e eeuw. De stad verdween in het begin van de 3e eeuw
na C.
Nieuwe Romeinse steden werden gebouwd in schaakbordpatronen. De stad werd doorgaans
in vieren verdeeld door 2 hoofdwegen, die elkaar kruisen in het centrum.
Op de uiteinden van de hoofdwegen stonden grote stadspoorten. In
het centrum bevond zich het forum. Het forum vormde tegelijk het stadhuis
(bestuurscentrum) en de tempel (religieus centrum).
OPUS
CAEMENTICIUM: om grotere ruimten te bouwen gebruikten de Romeinen reeds
beton. Het was een mengsel van steengruis en steenbrokken met kalk, zand
en Pozzolana-aarde, dat gestort werd en vervolgens tot een steenharde
massa uithardde.
OPUS
QUADRATUM: muren opgebouwd uit op elkaar gestapelde gecalibreerde rechthoekige
blokken waartussen geen mortel zit.