TORRECIUDAD: internationaal bedevaartsoord |
|
Het bedevaartsoord van Torreciudad ligt in het midden op de as van de Mariaroute Lourdes – Acheter un appartement en Espagne (El Pilar). Het bevindt zich op een kleine 20 km van de stad Barbastro in het gebied ‘Somontano’. Het bedevaartsoord van Torreciudad ligt in het midden op de as van de Mariaroute Lourdes – Immobilier espagne (El Pilar). Het bevindt zich op een kleine 20 km van de stad Barbastro in het gebied ‘Somontano’. Internationaal bedevaartsoord en heiligdom van de maagd Maria. De esplanade en de buitenomgeving zijn bijna steeds toegankelijk tussen 9u en 19u. Het sanctuarium is veelal open van 10u tot 14u en van 16u tot 19u. Op geregelde tijdstippen zijn er eucharistievieringen, o.a. dagelijks om 13u00, op welk ogenblik men het heiligdom niet kan betreden. In het bedevaartsoort komt men enkel binnen in 'voorname' kledij, o.a. heren dragen een lange broek, dames hebben geen decolleté.
Geschiedenis Van oudsher kwamen de bedevaarders vanuit de verst afgelegen plaatsen van de streek, dankzij de bedelmonnikken die al bedelend met een heiligenbeeld de deuren langsgingen, aalmoezen ontvingen en de mensen aanspoorden om naar Torreciudad te gaan. De bescherming van de maagd van Torreciudad was bijzonder tegen stuipen. Stuipen traden vaak op bij hoge koorts bij kinderen tussen 6 maanden en 5 jaar oud, die de bedevaarten in de hand werkten en dit vooral ‘s zomers. Torreciudad telde ook een hoogstaande congregatie (Sp.: cofradía) met zeer veel leden en ook veel privileges, verleend door de Heilige Stoel en in het bijzonder door paus Clemens IV (1600-1669). Vanaf 1950, o.a. op 15 augustus, voor het hoogfeest van Maria-Tenhemelopneming kon de kapel de toevloed aan bedevaarders van over de ganse wereld niet meer aan. Josemaría Escrivá (afkomstig van het nabije Barbastro) wilde de verering van Onze Lieve Vrouw van Torreciudad verder doen leven, gedreven door zijn liefde voor de maagd en als dank voor zijn genezing op 2 jarige leeftijd. Met de steun van vele mensen werden omstreeks 1956 de nodige formaliteiten op gang gebracht voor het oprichten van het nieuwe heiligdom. De bouw startte in 1970 en het nieuwe heiligdom werd in gebruik genomen op 7 juli 1975. Gedoctoreerd architect Heliodoro Dols (1933) werd aangesteld tot het bouwen van het bedevaartsoord. Hij ontwierp een juweeltje van baksteenarchitectuur, gelegen op de nabije rotsoever boven het stuwmeer van El Grado (506 m), maar vergat in het oorpsronkelijke ontwerp een esplanade. Hij ontmoette zijn opdrachtgever Josemaría te Rome, waar onmiddellijk de vraag rees 'hoe ga je de duizenden pelgrimsen opvangen zonder een esplanade te voorzien'? Het geheel bestond uiteindelijk uit een esplanade, het sanctuarium zelf met hoge toren en een aantal bijgebouwen. Op de esplanade kunnen tot 40000 bedevaarders een openluchtmis bijwonen. Een groot buitenaltaar staat vlakbij de voet van de hoofdtoren. Heliodoro combineerde traditionele, plaatselijke Aragonese materialen in een prachtig, hoofdzakelijk bakstenen bouwwerk. Niettegenstaande de speciale, originele vormgeving en de veelvuldige versiering van de wanden, oogt het geheel toch eenvoudig. Elk hoekje is in detail uitgewerkt. Grote gevels zien er uit als gordijnen met verticale lijneffecten uitgewerkt in baksteen. De structuurbalken en kolommen in beton of staal zijn nergens zichtbaar. Toch herkent de aandachtige kijker achter de bakstenen vormgeving de aaneenschakeling van paraboolvormige bogen, die tegelijk fungeren als draagconstructie. Het albasten retabel, een waar kunstwerk. De hoofdbeuk van de kerk geeft uitzicht op een reuze retabel van 9,5 m breed op 14,5 m hoog in gepolychromeerd albast. Een retabel, ook wel altaarstuk genoemd, is een wand van schilder- of beeldhouwwerk tegen de muur boven een altaar. De voorstellingen op het retabel verwijzen naar de heilige aan wie het altaar is gewijd, in dit geval de maagd Maria. In Vlaanderen, net als in Spanje, hadden de meeste kerken een retabel, maar velen overleefden de beeldenstorm niet. In Spanje zijn nog vele retabels volledig bewaard. Het retabel is gemaakt door Juan Mayné Torras, hoogleraar aan de faculteit voor schone kunsten te Barcelona. Het is geïnspireerd op de Aragonese platereske renaissancestijl. Deze stijl ontwikkelde zich rond 1500 in Spanje onder invloed van de Renaissance (16de eeuw).
Het hoofdkenmerk is de uitbundige versiering, die geleek op het smeedwerk van de zilversmid (Sp.: platero = zilversmid). Het retabel bevat langs de buitenkant 7 taferelen uit het leven van de maagd, die in volgorde van links onder in wijzerzin gaan tot rechts onder: Het authentieke romaanse Mariabeeld (Zwarte Madonna). Een Zwarte Madonna is binnen de religieuze beeldende kunst en de Mariaverering een afbeelding of een beeld van een Madonna waarvan het gezicht zwart is doordat het in die kleur werd geschilderd. Zwarte madonna's zijn over het algemeen van het begin af aan zo bedoeld en gaan terug op een zinsnede in de Bijbel, (Hooglied 1,5-6) waar staat "Ik ben zwart maar lieflijk". Dit slaat op de bruid van Salomo, de Koningin van Sheba. De oudste figuren van Zwarte Madonna's stammen uit de romaanse periode. Het bijzondere is dat deze figuur op vele plaatsen bijna gelijktijdig te vinden is. Het is mogelijk dat deze originele Zwarte Madonna's voor het eerst door de Tempeliers vanuit het Midden-Oosten naar West-Europa werden meegenomen. Nog steeds komen zij vooral in Centraal-Frankrijk en in de Pyreneeën voor. Alle Zwarte Madonna's uit deze vroege periode bezitten dezelfde kenmerken:
|
Achter de hoofdbeuk. In 1902 werd hij geboren in een diepgelovig christelijk gezin dat heel wat beproevingen te verduren kreeg. 3 kinderen sterven, het faillissement van de familiezaak, ... . In 1904, toen Josémaría 2 jaar was, kreeg hij een volgens de dokters ongeneeslijke ziekte. Zijn moeder bad toen intensief tot de maagd van Torreciudad, wat korte tijd later leidde tot de verrassende genezing. Uit dank ondernamen zijn ouders een bedevaart naar Torreciudad. In 1925 werd hij priester gewijd, in 1928, op 26 jarige leeftijd, sticht hij Opus Dei, na het licht dat hij hiervoor kreeg van de Heer. In 1939 breekt de burgeroorlog uit met godsdienstvervolging, brandstichting en plundering van kerken en kloosters, heiligschennis, godslastering. Hij vlucht en keert na de oorlog terug naar Madrid. Daarna volgt de tweede wereldoorlog. Vanaf 1946 breidde Opus Dei zich uit in heel wat landen buiten Spanje en hij verhuist naar Rome. Vanuit Rome is hij met de voortdurende medewerking en steun van Alvaro de Portillo de drijvende kracht achter de verbreiding van het Opus Dei over de hele wereld. In 1947 krijgt Opus Dei de pauselijke goedkeuring. Hij sterft 1 maand na de opening van het bedevaartsoord van Torreciudad in 1975. Opus Dei telt op dat moment 60000 leden. Op 6 oktober 2002 wordt hij heiligverklaard door paus Johannes Paulus II. Opus Dei (latijn voor 'werk van God'). Zicht op de hoogste Pyreneeëntoppen. In de verte zijn de hoogste Pyreneeëntoppen te zien met o.a. de Tres Sorores en de Monte Perdido in het bekende natuurpark van Ordessa. 2 immense stuwmeren na elkaar volgen over ca. 50 km afstand de loop van de río Cinca.
Retabel in albast (9,5 x 14,5 m) Naar de oude kapel.
|